Selecteer een pagina

Het wel of niet eten van vlees is een groot discussiepunt onder boeddhisten. Immers, de eerste leefregel stelt dat je er naar moet streven bewuste levende wezens geen schade toe te brengen of zelfs te doden. Boeddhisten die wel vlees eten betwisten dit soms door te zeggen dat het om de intentie gaat: je hebt met het eten van vlees geen intentie om een dier te doden. Daarbij dood je – doorgaans – het dier niet zelf.

In een bergachtig en extreem koud gebied is akkerbouw vrijwel onmogelijk

Persoonlijk vind ik vooral dat laatste enorm hypocriet. Ik eet zelf geen vlees omdat ik vind dat het tegen de eerste leefregel ingaat. Ook al dood ik het dier niet zelf, ik draag wel bij aan het doden, zeker in onze westerse maatschappij waarbij het gewoon een kwestie is van vraag en aanbod; er is een vraag naar vlees dus worden dieren gedood.

Nu begrijp ik heel goed dat het op het grote geheel nauwelijks iets uitmaakt of ik wel of geen vlees eet; jaarlijks worden miljoenen dieren voor consumptie gedood en dan kun je beargumenteren dat de één of twee dieren die ik opeet, niet zullen bijdragen aan een beter welzijn voor de dieren. Echter, voor dat ene dier dat door mijn weigering om vlees te eten gespaard blijft, maakt het wel iets uit. En ik wil gewoon niet bijdragen aan wat voor mij voelt als een massamoord op levende wezens. Dit is overigens mijn gevoel, ik wil met deze uitspraak geenszins mensen be- of veroordelen die besluiten wel vlees te eten.

Zo vreemd is dat vanuit boeddhistisch oogpunt bekeken namelijk helemaal niet. De boeddha at zelf ook vlees, mits het niet apart voor hem gedood was. Daar komt nog bij dat het in sommige gebieden op de wereld bijzonder moeilijk is om gewassen te verbouwen, zoals in Tibet bijvoorbeeld. Dan ben je als mens gewoon aangewezen op dierlijk voedsel.